Entretien avec Bert Voorbraak

Bert Voorbraak is CIO bij de Raad voor Rechtsbijstand. Supply Value heeft hem geïnterviewd over zijn kijk op IT, de CIO-office en zijn rol als CIO om de veranderingen waar de Raad voor Rechtsbijstand voor staat vorm te geven. Bert heeft een rijk verleden in de IT, opgedaan bij onder andere Philips, de Belastingdienst, Fortis, Universiteit en Hogeschool van Amsterdam en UWV.

De Raad voor Rechtsbijstand is een ZBO onder het ministerie van Justitie en Veiligheid. Zij is belast met de uitvoering van de Wet op rechtsbijstand (Wbr), de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) en de Wet schuldsanering natuurlijk persoon (Wsnp). Dit doet ‘de Raad’ in opdracht van de minister. Een mooie maatschappelijke organisatie die redelijk onbekend is binnen Nederland.

Je bent bij de Raad voor Rechtsbijstand zo’n driekwart jaar geleden gestart om een aantal veranderingen door te voeren, voor welke veranderingen staat de Raad voor Rechtsbijstand op dit moment?

Het huidige stelsel van de wet op Rechtsbijstand is al wat ouder. Een van de grote pijnpunten die hier nu naar boven komen is de salariëring van de sociale advocatuur ten opzichte van de commerciële advocatuur. De minister en het departement hebben de ambitie om minder geld uit te geven aan ‘het systeem’, zodat er meer geld overblijft om aan de advocaten te betalen. Dat heet in ons jargon een stelselvernieuwing. We zullen de komende jaren zien dat we te maken krijgen met een aantal vernieuwingen die we moeten gaan doorvoeren. Daarnaast staan we ook intern voor een grote verandering, we hebben onlangs een nieuwe organisatiestructuur doorgevoerd. De oude organisatiestructuur was diffuus geworden, het was niet altijd meer duidelijk wie waar van was. Dit hebben we met een reorganisatieplan opnieuw opgeschreven waarmee taken en verantwoordelijkheden verduidelijkt zijn.

Welke rol speelt IT in deze veranderingen?

Een belangrijke verandering die staat te gebeuren binnen de Raad voor Rechtsbijstand is het oude applicatie landschap dat vernieuwd moet worden. De eerste stappen zijn hierin gezet door de Wsnp en de Wbtv te vernieuwen. Maar het grootste gedeelte van het IT landschap van de Raad voor Rechtsbijstand (80%) is het landschap waar de Wet op de Rechtsbijstand op draait. Dat wordt de komende jaren ook vernieuwd, want met dit systeem kun je de vernieuwing van het stelsel niet meer aan. De uitdaging waar we in deze verandering voor staan is dat het vervangen van dit landschap veel geld gaat kosten. In een situatie waarin de details van het nieuwe stelsel van Rechtsbijstand nog niet helemaal duidelijk zijn.  Dus in dat politieke spel probeer je toch kleine stukjes van je landschap te vernieuwen.

Je hebt het over een nieuwe organisatiestructuur, hoe wordt de CIO-office daarin gepositioneerd? Welke rol speelt zij in deze veranderingen?

De lead en business sturing moet veel meer vanuit de klantgroepen komen. De CIO-office en de  IM-organisatie zoals wij dat  noemen, moeten hier meer een faciliterende rol in spelen. We krijgen daar nu al de eerste mooie signalen van. De collega’s in de dienstverleningskolom hadden tot op heden of nog geen telefoon, of sterk verouderde modellen. In voorgaande jaren zou IM gezegd hebben: “U bent in 2021 aan de beurt”, maar nu  kloppen collega’s aan bij de “facilitator IM” om dit probleem op te lossen en een nieuwe telefoon te krijgen. Daarmee zie je dat die lead en sturing aan het verplaatsen is.

We zetten datagericht werken als integraal onderdeel in de organisatie neer, dat kan je niet bij één club neerleggen.”

Hoe komt het gebruik van data terug in deze hervorming? Is data een belangrijke asset?

Naast een nieuwe organisatiestructuur en nieuw IT-landschap behoort ook het gebruik van data tot een van onze uitdagingen. We hebben ontzettend veel data, maar we doen er nog te weinig mee. We zetten daarom datagericht werken als integraal onderdeel in de organisatie neer, dat kan je niet bij één organisatieonderdeel neerleggen. Vanuit bedrijfsvoering dient deze data beschikbaar en kwalitatief goed te zijn. De dienstverlening dient op haar beurt er op toe te zien dat de data ook gebruikt wordt. Deze data kan gebruikt worden om te voorspellen wat het doorvoeren van een verandering zal gaan betekenen en speelt als dusdanig een belangrijk spel in Strategie en Beleid. Dus in het kader van de stelselvernieuwing is dat een heel belangrijk onderdeel. Daarnaast is het wederom aan de IM-afdeling om de facilitator rol hier in te pakken, zodat onze collega’s van dienstverlening of strategie en beleid de informatie die zij nodig hebben uit de beschikbare data kunnen halen. Het is aan IM dat de data goed is en mocht er behoefte zijn aan andere data dan is het aan IM om andere data te ontsluiten die nodig is.

Wat betekenen deze veranderingen voor jouw rol?

We zijn nu vooral bezig met het hervormingsplan, hoe ziet de IM-afdeling van de toekomst eruit. Daarnaast ben ik bezig met een collega van strategie en beleid om het plan omtrent datagericht werken opgestart te krijgen. Ik probeer bovendien innovatie op gang te krijgen zodat we als organisatie mee kunnen op nieuwe technologieën zoals Cloud, AI of Machine Learning.

Intéressant? Vous pouvez trouver plus d'entretiens avec des experts dans notre VALEUR. Magazine

Je hebt het over nieuwe technologieën, hoe zie jij de toekomst van de ICT of IM organisatie voor je?

We zien dat het tempo van veranderen en het tempo waarin nieuwe technologieën over ons heen vallen fors toeneemt. Dit is denk ik niet overal al voelbaar, maar alles zal toch op een manier mobiel worden, in de Cloud terecht gaan komen. We zullen veel meer met AI of Machine Learning te maken gaan krijgen. Dit zijn allemaal onderwerpen die misschien niet binnen de Raad voor Rechtsbijstand nu spelen, maar waar we wel mee geconfronteerd zullen worden. Ik denk dus dat we als Raad voor Rechtsbijstand veel meer een moderniseringsslag gaan maken waarbij we meer naar dit soort technieken gaan kijken. Als je ziet wat er nu gebeurt onder druk van het thuiswerken, praten we op een andere manier over telefonie, we praten op een andere manier over vergaderen, een werkplek of elkaar ontmoeten. Je ziet daardoor nu de eerste verschijnselen waarin we mee moeten met die grote vernieuwingen. Maar die tegelijkertijd ook hele mooie kansen bieden. Onze uitdaging gaat erin zitten om deze vernieuwingen goed te bekijken (zowel de voordelen als ook de aandachtspunten) en dan heel goed en breed te implementeren in onze organisatie.

Verwacht je daardoor in de toekomst ook veranderingen voor de rol van de CIO?

Ik verwacht zeker een verandering. In de toekomst zal het toch minder gaan over systemen, veel meer over data en wat kan je met data. De focus zal daarmee veel meer op informatievoorziening komen te liggen. Uiteraard zitten daar ICT-systemen onder, maar op een bepaald moment zijn die er en zal het meer gaan om hoe informatie aan elkaar gekoppeld wordt, hoe data aan elkaar gekoppeld wordt, wat mag daarin wel en wat niet. Je kan niet zomaar uit allerlei systemen waar je toegang tot hebt zijnde intern dan wel extern allerlei gegevens aan elkaar koppelen. Kortom, de rol is heel erg aan het veranderen van ICT en applicaties naar informatie en data; daar zit vooral de waarde die vanuit Informatievoorziening en vanuit mijn persoonlijke rol en ambitie als CIO in zal komen te zitten; en dat is een Raadbrede rol. Dat zie ik ook in het stelsel van Rechtsbijstand gebeuren, waarin we in een ecosysteem met veel partners zitten; het juridisch loket, de Rechtspraak of de NOvA (Nederlandse Orde van Advocaten) bijvoorbeeld. Dit zijn allemaal partners die samenwerken en deze systemen zijn niet per se gekoppelde op technologisch vlak, maar veel meer op het gebied van data. Uiteindelijk zijn al die partijen als het goed is met één ding bezig en dat is dat de burger die het nodig heeft toegang tot het recht zal hebben.

“Je dient te kijken naar wat je samen méér kunt doen dan eenieder apart.”

Wat wil jij je CIO-collega’s meegeven?

Ik denk dat de komende jaren erg gaat om kennisdelen en organisaties in een eco systeem laten samenwerken. Zeker in de publieke wereld. Wij zijn geen concurrenten maar partners. Dat betekent dat je vanuit een IV-functie ook geen concurrent moet spelen naar je collega’s toe. Je dient hierin te kijken naar wat je samen méér kunt doen dan eenieder apart. Als voorbeeld heb ik bij het UWV een mooi vraagstuk meegemaakt waarin we samen met 2 partners een vraagstuk hebben opgepakt die geen van ons drieën apart had kunnen oppakken. Zo kijk ik wel erg naar de toekomst: Waarom zou ik dingen willen uitvinden wanneer mijn collega al een oplossing heeft. Het totaal moet sluiten in plaats van dat iedereen met hetzelfde bezig is. Ik zie dat alle partijen, ook binnen het ministerie van Justitie en Veiligheid, met hetzelfde bezig zijn: we zijn allemaal bezig met de Cloud en met Het Nieuwe Werken. Ik snap de drive dat je zelf het stuur in handen wilt hebben, maar tegelijkertijd is het ook een verspilling van energie dat je allemaal hetzelfde aan het bedenken bent. Deel deze kennis en informatie met elkaar, doe het samen. Probeer op basis van best practices elkaar op die manier verder te helpen. Ik denk daarom dat de toekomst veel meer in vormen van samenwerking zit. Niet alleen binnen de overheidswereld, maar ik probeer ook heel erg de verbinding met onderwijs en onderzoek voor elkaar te krijgen. Ik kom uit een onderwijsinstelling en wil graag veel meer het gesprek met hen aangaan.

Hoe spelen ketenpartners hier een rol in?

Daar geldt hetzelfde voor. Ik probeer nu met Het Jurische Loket te kijken hoe we via techniek data aan elkaar kunnen koppelen zodat we samen verder komen. Ik vind het voor een burger niet uit te leggen dat hij bij het juridisch loket dezelfde vragen gesteld krijgt als bij ons waar hij vlak daarna terecht komt. Hoe zorgen we dat we daar samen één gezicht in trekken.

“Als je met de hele keten zo’n instelling hebt dan behartig je het belang van het ecosysteem in plaats van alleen de Raad voor Rechtsbijstand, dan zijn we goed bezig.”

Hoe zorg je dat de belangen van de verschillende partners in de keten op elkaar aansluiten in plaats van dat er tegengestelde belangen spelen?

Dat is zeker een issue. Je ziet dat individuele organisaties echt nog te gemakkelijk vanuit hun eigen pilaar denken. Er heerst niet altijd het idee van samen kom je verder. Ik probeer hier in ieder geval het hogere doel altijd voor ogen te houden. Ik ben er primair voor de Raad voor Rechtsbijstand, maar wel op een manier dat ik er ook ben voor het rechtssysteem van de burger als totaal, om dat toegankelijk te maken. Het mooiste is natuurlijk als dit in elkaars verlengde ligt. Maar als dat een keer niet zo is, zou je wellicht moeten besluiten dat iets voor de burger belangrijker is, het individuele belang dan wel eens moeten wijken. Als je met de hele keten zo’n instelling hebt dan behartig je het belang van het ecosysteem in plaats van alleen de Raad voor Rechtsbijstand, dan zijn we goed bezig. En goed voorbeeld doet uiteraard goed volgen.